Veilig verbinden in een hulpverlenersrelatie

Gepubliceerd op 13 mei 2023 om 12:32

Wat ik vooral heb geleerd de afgelopen jaren is hoe het niet veilig gehecht zijn in mijn kindertijd een rol speelt in het mezelf durven zijn in de buitenwereld. Waar mijn kracht zit in ontvankelijkheid moet ik werken aan het beter stellen van mijn grenzen. Dat vergt onderscheidingsvermogen om me ook daadwerkelijk vrij te kunnen voelen. Dat kan ik niet alleen, daar heb ik de ‘ander’ voor nodig. Beoordelen om te bepalen of iemand veilig genoeg aanvoelt om te vertrouwen is moeilijker als je bent opgegroeid met een groot gevoel van onveiligheid om te mogen hechten en je vertrouwen vaak misplaatst blijkt te zijn geweest.

In een relatie tussen hulpverlener en hulpvrager is de basis om te kunnen helpen het leggen van een verbinding die gebaseerd is op veiligheid en vertrouwen, maar ook een juiste balans tussen vrijheid en verbinding. Cruciaal daarbij is, dat de hulpverlener genoeg zelfkennis heeft om de grenzen van zowel zichzelf als de hulpvrager te kunnen blijven bewaken. Het gaat daarbij niet om perfectie maar om op basis van medemenselijkheid verbinding te kunnen leggen en projectie te kunnen herkennen om de mate van verbinding gezond te houden. Van de hulpvrager naar de hulpverlener toe, maar ook andersom. Het is cruciaal om geen nieuwe schade te laten ontstaan en hertraumatiseren te voorkomen.

Er is veel discussie over de mate van menselijkheid binnen onze gezondheidszorg. Over het belang van verbinding. Het feit dat we een hulpvrager cliënt noemen geeft eigenlijk al aan hoe groot de distantie is. In de therapeutische relatie is alles gericht op professionele distantie, het voorkomen dat er projectie ontstaat wederzijds, of anders genoemd overdracht en tegenoverdracht. Als je alleen wordt gezien als een verzameling van symptomen waar een hulpverlener op analytische en professioneel empathische manier op inspeelt en de nodige distantie houdt om zelf niet betrokken te raken, dan is er eenvoudigweg geen verbinding. En daardoor ontstaat er ook geen veiligheid en vertrouwen. Geluiden gaan op om vooral de menselijke verbinding eerst te leggen, zodat op basis van een gevoel van gelijkwaardigheid in het mens zijn er hulp verleend kan worden. Daarin zit een duivels dilemma. Kan dat eigenlijk wel? We zijn immers allemaal mensen met gevoelens en onze eigen geschiedenis.

Nu kwam ik zelf -onbewust van mijn hechtingsbehoefte- bij een coach die ervoor openstond verbinding te leggen. Ik werd gezien, ik werd gehoord en niks van wat ik vertelde vond hij vreemd, gek of afwijkend. Ik ontmoette openhartigheid, medemenselijkheid, (h)erkenning en dat maakte dat ik me veilig genoeg voelde om mezelf te zijn. Er was voor mijn gevoel gelijkwaardigheid ook al was hij de coach en ik degene die gecoacht werd. Ik kon hier eenvoudigweg niet afgewezen worden en voelde de uitnodiging om me te verbinden.

Het coachingstraject leverde mij mooie inzichten op over mijn eigen kracht en kernwaarden en de overtuigingen en daaraan gekoppelde conditioneringen die ik los mocht laten. Ik bleek vrij goed op papier te kunnen zetten wat er allemaal in het traject voorbij was gekomen. Mijn hoofd en hart konden het woorden geven, mijn lijf deed echter niet mee. Ik wilde niet voelen en kon het ook niet. Nu achteraf weet ik dat mijn gezonde deel vrij goed kon aangeven wat er aan de hand was, maar mijn overlevingsdeel alles wat er in mijn traumadeel zat vrij goed verborgen hield. Achter de betonnen muur. In mijn lijf. Het hield me voor de gek en niet alleen mij, maar blijkbaar ook mijn coach. Alles in het traject met mijn coach ging goed, totdat hij de verbinding verbrak, voor mij onverwacht. Ik werd uit de verbinding geduwd, ervoer afwijzing en was onmachtig om de verbinding opnieuw te mogen leggen. Dat werkte hertraumatiserend.

Nu weet ik inmiddels dat het gaat over niet geleerd hebben veilig te hechten. Een gemis aan veiligheid en aan authentieke verbinding. Niet geleerd hebben als kind om steeds een stapje verder weg te lopen van je moeder en haar hand durven los te laten, zodat je langzaamaan de binding leert om te zetten in een verbinding. Het heeft behoorlijk wat consequenties als dit proces niet goed is verlopen, in je overtuigingen en gedag in het nu. Wat belangrijk is, is dat je vanuit hechtingsproblematiek de grenzen van jezelf en de ander niet hebt leren kennen. Ze worden overschreden omdat je eenvoudigweg niet weet waar ze liggen. Je overschrijdt ze waarschijnlijk om diezelfde reden ook bij de ander. Je kunt daarbij verlatingsangst en bindingsangst ervaren, twee kanten van dezelfde medaille.

Als je als hulpverlener je menselijk open wil stellen voor je hulpvrager en nabijheid toestaat, dan zit daar altijd het risico van hechtingsproblematiek in. Van beide kanten. Een hulpverlener die de dynamiek van verlatingsangst- en bindingsangst vanuit hechtingsproblematiek niet of onvoldoende kent of niet weet hoe hij ermee moet omgaan, die bevindt zich in de gevarenzone. Als je je eigen grenzen niet kent en bewaakt of niet weet hoe weer tot onthechting te komen in de loop van een traject, dan kun je je hulpvrager veel schade toebrengen. Ik ben er erg boos over geweest. Over het niet herkennen van de rode vlaggen. Over het niet nemen van die verantwoordelijkheid, ook niet achteraf. Over het onvoldoende bewaken van de grenzen. Over het onverantwoord uit verbinding gaan. Ook heb ik het mezelf kwalijk genomen, dat ik vertrouwen heb gegeven aan iemand waarvan ik achteraf het gevoel heb dat het onterecht en te naïef is geweest. Alles bij elkaar heeft het hertraumatiserend gewerkt en schade veroorzaak, ook al blijf ik de goede intentie herkennen waarmee het is gebeurd.

Als de verbinding in de coachingsrelatie er in alle veiligheid en vertrouwen had kunnen blijven of alsnog was hersteld, met bewaking van grenzen, dan had ik kunnen leren hoe je in een veilige omgeving gezond kunt hechten. Hoe verbinden iets anders is dan symbiose. Dat kan goed bij een hulpverlener als hij én de verbinding durft aan te gaan die gebaseerd is op medemenselijkheid en de grenzen in de ongelijkwaardige relatie die een hulpverlener-hulpvrager-relatie nou eenmaal is, goed kan bewaken. Cruciaal daarvoor is hoe goed de hulpvrager zichzelf kent om projectie wederzijds te kunnen herkennen om de grenzen te kunnen bewaken. Dat kan en mag nooit bij de hulpvrager liggen!   @lodewijkkker #lodewijkdekker info@lodewijkdekker.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.